Thorax Punctie – Echo geleid

Indicatie

  • Diagnostiek: differentiatie van het type pleuravocht
  • Verhelpen van relevante hypoxie door atelectase secundair aan een nog op te lossen oorzaak

Potentiele complicaties

  • Bloedingen, met name uit de subcostale vaatstreng
  • Long letsel, met name door adherente long
  • Diafragma letsel, met name bij hoogstand
  • Mediastinaal of cardiaal letsel, met name bij overshoot bij introductie
  • Empyeem, met name bij onsteriele introductie
Overshoot kan optreden door de behandelaar, maar ook door een niet-cooperatieve patient. Hou hier rekening mee met geruststelling, analgetiva en eventueel sedativa

Contraindicatie/ voorzorg

Buiten de trauma opvang is dit vrijwel altijd een electieve handeling. Als de kliniek het toestaat kunnen risico’s vooraf worden beperkt:

  • Contralaterale pneu: niet op dezelfde dag beiderzijds puncteren (als dat nodig is, laat dan een drain achter)
  • Stolling controle: bij verstoorde stolling wegen wij de risico’s van de introductie af tegen de baten. Doorgeschoten antistolling is een vrij sterke contraindicatie, bij normale therapeutische waarden is de procedure in ervaren handen mogelijk
  • Adhesie controle: trauma, operaties en infecties kunnen (ook lang na hun ontstaan) adhesies van de pleura viscerale aan de pleura parietale geven. Hierbij is er een risico op long letsel. Beeldvorming, liefst bedside echo, biedt uitkomst
  • Analgesie: goede pijnstilling maakt een rustige veilige procedure mogelijk, alleen bij hemodynamische instabiliteit kunnen wij hier aan voorbij gaan

Materiaal (liefst in vooraf samengestelde procedure set met checklist)

  • Echo als je adhesie verwacht
  • Permanent marker: om af tekenen zodat je na poetsen met alcohol of chloorhex en na afplakken niet verdwaalt
  • Steriel veld: Jas, muts, handschoenen, tafel laken, chloorhexadine, gazen, 4 doeken voor vierkant afplakken
  • Verdoving: Lidocaine 1%, 10cc spuit, lange (groene) naald
  • Mes: No15
  • Liefst een Veress naald beschermde canule zoals Turkel™ (8Fr) of Safe-T-Centesis™
  • Eventueel een pigtail systeem zoals de Mac-Loc Dawson-Mueller systemen
  • Een grote Luer-lock spuit

Procedure

  1. Indicatie nagaan en contraindicaties/voorzorgen nalopen (ook met patient)
  2. Team voorbespreken (materiaal, stappen en taken)
  3. Instrueer de patient en schat in of die coöperatief kan blijven
  4. Positioneren van de patient met de arm omhoog, zo verticaal mogelijk, eventueel vooroverleunend voor een dorsale benadering
  5. Selecteer de introductie lokatie voor de drain:
    1. Bepaal met de longitudinaal geörienteerde romp-probe de laagste  intercostaal ruimte waarin wij veilig boven het diagragma uitkomen
    2. Beoordeel hierboven intercostaal ruimte waarachter de maximale hoeveelheid pleuraruimte ligt
    3. Scan de geselecteerde intercostaal ruimte naar adhesies
    4. Beoordeel je introductie locatie met de probe in twee haakse richtingen
    5. Markeer de introductie lokatie met een permanent marker
  6. Aangeleverd materiaal in volgorde van gebruik verifiëren
  7. Inwassenen en patient poetsen
  8. Tafel dekken: materiaal op volgorde van gebruik en klaar voor gebruik (creëer rust door alles dat overbodig is te verwijderen)
  9. Afplakken van de ondertussen aande lucht gedroogde patient
  10. Verdoof intracutaan met Lidocaine 1% en laat ook subcutaan enkele cc achter
  11. Verricht al aspirerend een proef punctie, trek na bereiken van de pleuraholte enkele mm’s terug en laat een subpleurale Lidocaine depositie achter
  12. Maak een steek gaatje met mes no15 om de catheter te faciliteren
  13. Steek de naald over de caudale rib rijdend door de beide fasci bladen, voel hierbij aspirerend voor drukverlies en let op de klik van de Verress
  14. Voer eenmaal in de pleuraholte aangekomen de catherer over de stil staande naald op
  15. Aspireer een spuit vocht en spuit dit richting de zak (om hevelen te starten)
  16. Aspireer een spuit voor diagnostiek (transsudaat/excudaat lab: L, totaal eiwit en LDH in product en in serum)
  17. Hou de catheter in de hand en manipuleer eventueel voor meer productie (cave kinken in de subcutis
  18. Als er weinig vocht meer is kan het zijn dat je bij elke teug intermiterend aspireert (omdat de long gaat aanliggen)
  19. Leg het resultaat vast op X-Thorax

Exudaat of transsudaat?

Print Friendly, PDF & Email