Dit ventriculair escape ritme ontstaat bij sinus bradycardie (<60bpm), AV block of een bundeltak block met een verlengd PR interval. Hierbij omvat de DD ischemie (sluit deze uit) en een iatrogene oorzaak.
De frequentie van dit ritme ligt vaak (bijvoorbeeld door het onderliggend probleem) hoger dan van een normaal ventriculair ritme (40-60bpm) en kan oplopen tot een 100-150 bpm (op zijn beurt trager dan VT met 140-200bpm). Zie AIVR onder breed complex tachyaritmie.
- AV blokkade:
- Graad 1: PQ > 0,20ms
- Graad 2, Type I (Wenkebach): PQ verlengt tot er een QRS uitvalt, het escape ritme is nog AV nodaal en betrouwbaar. Behandeling is niet nodig tenzij er hypotensie ontstaat (Ezelsbrug: PP wenkt zich de pauze in)
- Graad 2, Type II (Mobitz): QRS valt uit met behoud van het PP interval, het escape ritme komt doordat het block ligt lager dan AV knoop ligt uit de bundel en is een voorbode voor een graad 3 block en pacing of pacemaker draad insertie is aangeraden (Ezelsbrug: Moby Dick QRS duikt weg)
- Graad 3: AV dissociatie, er is geen verband meet tussen de P toppen en de QRS complexen
Bradycardie is hemodynamisch relevant als de tensie daalt, bij systole <90, bij pols<40 en bij DC). Behandeling:
- Atropine (i.v. 1-2mg) geeft parasympathicolyse zodat het resterend symapticus effect meer prevaleert (indirecte acceleratie, ontremming).
- Isoprenaline (st.3-15), een β sympathicomimeticum (directe acceleratie als atropine niet werkt).
- Pacen is de laatste optie en kan de patient pacemaker afhanklijk maken.
Hemodynamisch irrelevante bradycardie behandelen wij in geval van verhoogd risico op asystole zoals bij recente asystole, ventriculaire pauze >3sec, Mobitz block of 3e graad AV block. Behandeling is conform hemodynamisch relevante bradycardie maar Atropine wordt niet gebruikt.
