Klinische monitoring
- Lichte hypoperfusie: dorst, zwakker perifere pulsaties, trage capilary refill
- Bij ernstigere hypoperfusie: tachycard, tachypneu, oliguur
Basale monitoring
- ECG: Tachycardie, aritmie en ST monitoring voor ischemie
- Bloeddruk:
- MAP geeft perfusiedruk weer (de normale waarde is bepalend)
- Vergelijk bij opname non-invasieve drukken beiderzijds gemeten
- Invasieve meting is nodig bij instabiliteit en vasoactive of inotropie
- Invasieve monitoring is relatief gecontraindiceerd bij vaat anomalieen, bij gebrek aan collateralen en bij (aanstaande) thrombolyse
- Serum Lactaat monitoring
- Veneus en arterieel gelijk
- Hoog lactaat bij opname is met mortaliteit geassocieerd
- Arteriele zuurstof inhoud = AOC = (Hbx1.39xSaO2)+(0.03xPaO2)
Bij aanwijzingen voor hypoperfusie is aanvullende monitoring geindiceerd.
Aanvullende preload monitoring
- Atriale drukken: Rechts gebruiken wij de CVD (DD rechts falen, tricuspidaal lek, tamponade). Een verhoogd CVD mag een fluid challenge niet beletten
- Klinisch normaal 3cm boven jugulum onder 45 graden zitten
- Invasief bij spontaan ademen 0-5mmHg
- Invasief bij beademing <15mmHg, PEEP afhankelijk
- Einddiastolische volumes: tegenstrijdige literatuur over correlatie met fluid responsiveness
- Fluid responsiveness: bij de beademde patient zijn voorspellend:
- De statische parameter “Global end-diastolic volume” van PiCCO (transpulmonale thermodilutie geijkte pulse contour analyse)
- Dynamische parameters:
- Pulse pressure variation >13% variatie in een enkele teug
- PPV%=100 x {(PPmax-PPmin)/(PPmax+PPmin /2)
- Sinus ritme is vereist, spontane ademhaling moet ontbreken en teugen moeten >8ml/kg zijn
- Systolic pressure variation >10mmHg
- Globale perfusie parameters per centraal veneuze lijn: ScvO2
- Normaal in IC populatie 70-75% (oiv oa pijn en ademarbeid)
- Hypopefusie verdacht <65%
- Minimaal invasieve Cardiac Output (Cardiac Index = CO/ body surface area)
- Pulse contour analysis: de trend is belangrijker dan absolute waarden
- Relatieve CO ahv contour, sexe, leeftijd en model
- Absolute CO na calibratie:
- PiCCO™: transpulmonale (VA) thermodilutie
- Pulseco/Lidco™: lithium dilutie
- Vigileo/Flotrac™: niet
- Oesophagus doppler (CardioQ™): bepaalt CO ahv aorta descendens doppler (70% van COtotaal), en model
- Fick principle NICO™ bij beademde patienten:
- obv VO2 = CO x (aO2-vO2) maar met CO2
- vO2 = aO2- VO2/CO
- (Hb x 1.39 x SvO2) = (Hb x 1.39 x SaO2)- VO2/CO
- Echocardiografie voor contractiliteit (ejectie fractie): normaal >55%
- Transpulmonary thermodilution (cave als de femoraal catheter distaal van het diafragma ligt reken je aorta’s windpipe effect mee)
- Pulmonary Artery Catheter (Schwann Ganz)
- Indicaties:
- Refractaire hypoperfusie
- Ernstig longoedeem
- Links en rechts preload beoordeling bij oligurie
- Pulmonary artery occlusive wedge pressure:
- PAOP 5-12 mmHg: normaal
- PAOP >18-22 mmHg: genoeg hydrostatisch druk voor pulmonaal oedeem
- PAOP <18 mmHg geeft natuurlijk bij een permeabel vaatbed ook oedeem
- SvO2 (gemengd): normaal 65-70% (nb. Hb en arteriele saturatie)
- ScvO2 altijd naast andere parenchym parameters of lactaat leggen
- ScvO2 >70% streven wij ahv Rivers in de eerste 6 uur na, daarna is er geen evidence voor
- ScvO2 > SvO2 als aanvoer uit v.cava inferior diep hypoxisch is door vasoconstrictie
Afstellen van monitors
ECG: RR in een afleiding met QRS geheel naar boven of naar beneden
Arterielijn: nullen op 4e intrecostaal midaxillair (RA)
Pulmonary artery catheters:
- Bij flotatie is de Dicrotic notch indicatief van a.pulmonalis positie
- De eind expiratoire drukken worden gemeten
- Verschillende modellen inclusief continu CO (filament) en contine ScvO2
- PAPdiastolisch is vaak 2-4mmHg hoger dan PAOP
- PAPsystole is hoog bij: hypoxie, long ziekte, long embolie, links rechts shunts
- PAPdiastole is hoog bij alle PAPsys hypertensie fatoren, hypervolemie, links falen en tamponade
- PAOP is lager dan de LV vullingsdruk bij diastolische dysfunctie en bij een gereduceerd pulmonaal vaatbed (resectie of embolie) (weerstand)
- PAOP is hoger dan de LV vullingsdruk bij veneuze obstructie, L atriale obsrtuctie, Mitralis ziekte, tachycardie >130, hoge pleuradruk (PEEP), West zone 1 plaatsing van de catheter (hoog)
- CO variatie tot 10% geldt als meetfout
Beperkingen in monitoring
- Pulse oxymetrie vertekent:
- <90% sat (door de Hb dissociatiecurve duikt daar onder pO2 onder de 60mmHg)
- CO wordt als O2 gemeten
- Lactaat:
- Hoort bij hypoxie en glycolyse
- Hoort bij methanol/ethyleneglycol intoxatie
- Hoort bij Thiamine deficientie
- Hoort bij lever falen
- Hoort bij Hematologische maligniteit
- Hoort bij lactaat CVVH
- Hoort bij Metformine, HIV medicatie of LinezoliComplicatiesd
Complicaties
- Centrale lijnen geven complicaties bij:
- Plaatsing: bloeding (CT), arterieel letsel, darmperforatie, pneumothorax, aritmie
- Verblijf: infectie, thrombose en aritmie
- Verwijdering: bloeding
- Interpretatie: oa PEEP maar ook abdominal compartment
- DVT van bovenste ledemaat is bij status na lijn en unilateraal pitting oedeem 64-70% aanwezig en verdient echo duplex, bij positieve uitslag is het advies 3 maanden coumarines (zwakke evidence)