Homeostase: Glucose

Hypoglycemie

Glucose veneus <3.3mmol/L, zelden buiten DM, soms bij lever falen. Screen Glucose altijd bij neurologische beelden

Beleid:

  • Insuline geinduceerd weinig symptomatisch: Druivensuiker gevolgd door koolhydraat en na 10″ herbepalen
  • Overig:
    • Igv alcoholisme eerst Wernicke preventie Thiamine 100mg im
    • 50ml Glucose 40%
    • Voortgezet glucose infuus bij glucagon deplete alcoholisten
DD:
  • Exogeen hyperinsulinemie (laag C-Peptide =  eigen bijproduct)
  • Endogeen hyperinsulinemie (hoog C-Peptide =  eigen bijproduct)
    • Insulinoom, autoimmuun, Sulfonylurea preparaten (Gliclazide, Glimepiridine, Glimenclamide: insuline stimulatoren) of ectopisch (sarcoom, hepatoom)
  • Orgaan falen
  • Hypothyreoïdie
  • Iatrogeen: salicylaten, quinidine
  • Postprandiaal: alcoholisme en maagchirurgie

Hyperglycemie

Hierbij treden ondervulling, hypokaliemie en hypofosfatemie op

Diabetische ketoacidose (DKA) en Hyperosmolar Hyperglycemic State (HHS) zijn een continuum. Basis is insuline insufficientie op basis van DM therapie ontrouw of door bijkomende ziekte (zeker bij koorts: UWI, pancreatitis.. maar ook MI)

  • DD DKA (pH<7.3, aniongap en hoog urine keton)
  • DD HHS (veel hoger glucose, pH>7.3, geen aniongap, urine zwak+ ketonen)

Beleid: Max plasma osmol correctie 2-4 mosmol/kg/u

  • HD instabiliteit corrigeren met NaCl 0.9%
    • Gemiddelde ondervulling is 4-6L bij DKA en 8-10L bij HHS, volg CVD
    • NaCl 1L/u 2-3 uur lang (cave hypercholridemie, evt Ringer)
    • NaCl 0.45% als Na >150 na HD herstel
    • Schakel over naar glucose bevattend infuus bij Glucose<14 mmol/L
    • Insuline iv: 0.1IE/kg bolus en 0.1IE/kg/u pomp
    • Glucose controle a 1 uur en K+ a 2 uur
    • Streef Glucose daling 2.9-6.6 mmol/L/u, ga door tot aniongap normaliseert
    • NaBic is controversieel
    • Acute boekje:
      • NaCl 0.65% 2L in half uur, dan 1L in een uur en dan 1L in 1,5 uur en 1L in 2 uur en verder 1L in 4 uur
      • Insuline: bij acidose en sterke hyperosmolariteit 2E/u (bijsturen), zodra Guc<15mmol/L: Gloc5% met 12EH Actrapid
  • Kalium monitoring en eventueel Fosfaat suppletie

Op IC komt ook stress hyperglycemie voor. Resultaten uit Leuven: Bij postoperatieve patienten verbetert intensieve insuline therapie (Gluc 4.4-6.1) de IC en ziekenhuis mortaliteit en vermindert het IC complicaties. Bij niet operatieve patienten ontstaat er meer hypoglycemie en is dit voordeel niet aangetoond. Wel is er een kortere IC opname en beadem duur. Overige studies (andere groepen) reproduceren dit niet of hebben zelf een tegenovergesteld resultaat (NICE-SUGAR trial). Advies is 6-10 mmol/L glucose te handhaven

[terug naar PACT overzicht]

Print Friendly, PDF & Email