Trans Thoracale Echografie – TTE

Onder constructie

Basis theorie

  • Hoe hoger de frequentie van de probe, hoe hoger de resolutie
  • Hoe hoger de frequentie van de probe, hoe minder diep de penetratie in weefsel
  • Voor volwassen TTE is 2.0-2.5 MHz wenselijk
  • Gain is de uniforme versterking van de echo en daarmee van het beeld
  • Elke waargenomen afwijking moet in minimaal een andere view bevestigd worden

Vraagstelling

Net als bij elk aanvullend onderzoek is het essentieel om bij voorbaat te weten wat de klinische context de vraagstelling zijn. Voorbeelden zijn:

  • Inventarisatie van pericard vocht
  • Inventarisatie van eventuele hypovolemie
  • Inventarisatie van de linker ventrikel functie (systolisch en diastolisch)
  • Inventarisatie van de rechter ventrikel functie  (systolisch en diastolisch)
  • Inventarisatie van de klep functies

Standaard TTE gezichtspunten

  • PLAX Parasternal long axis
    • Positionering: zo mogelijk iets in linker zijligging
    • Plaats: Links parasternaal ongeveer 4e intercostaal
    • Marker:Naar de rechter schouder
    • Aanvlieg route:
      • Parasternaal van craniaal naar caudaal tot je je zicht hebt
      • Van lateraal naar ventraal om de voor en achterwand perpendiculair op de M-line te zetten
  • PSAX Parasternal short axis
    • Positionering: zo mogelijk iets in linker zijligging
    • Plaats: Behoud de positie van PLAX
    • Marker: Met de klok mee draaien vanaf PLAX naar linker schouder
    • Aanvlieg route: Tilt naar apicaal tot papillair niveau
  • AP4/2/5ch Apical 4/2/5 chamber
    • Positionering: zo mogelijk iets in linker zijligging
    • Plaats: Enkele centimeters caudaal van fysiologische tepel positie, zo ver naar lateraal als beeldvorming niet door de long wordt ontnomen
    • Marker: Met de klok mee naar caudaal voor 4ch en tegen de klok in terug naar ventraal voor 2ch
  • SUB4ch Subcostaal 4 chamber
    • Positionering: rugligging
    • Marker: Links
    • Plaats: Rechts paraxyphoidal
  • VCI Vena cava inferior
    • Marker: Craniaal
    • Plaats: subxyphoidaal

Beoordeling PLAX

  • Rechter ventrikel diameter:
    • 50% van de linker is normaal
    • Gelijke diameters betekent uitgesproken distentie van de rechter ventrikel
  • Linker ventrikel contractiliteit
    • 25-40% Centrische contractie (komt overeen met 55% EF)
    • Wand verdikking (20-40% verdunning)
    • Regionaal: septum en posterior
  • Linker ventrikel hypertrofie (normaal 6-12mm dikte)
  • Aortaklep functie
  • Mitralisklep functie
  • Pericardvocht: binnen de dense pericardiale reflexie waarbuiten de aorta descendens
  • Pleuravocht: buiten de dense pericardiale reflexie naast de aorta descendens

Beoordeling PSAX

  • Rechter ventrikel diameter:
    • Druppelvorm, gespannen over de linker ventrikel
    • 50% van de linker is normaal
    • Gelijke diameters betekent uitgesproken distentie van de rechter ventrikel
  • Linker ventrikel contractiliteit
    • Centrische contractie
    • Wand verdikking
    • Regionaal: septum tegenover lateraal en anterior tegenover posterior
  • Linker ventrikel hypertrofie
  • Pericardvocht of pleuravocht

Beoordeling A4/5ch

  • Rechter ventrikel functie:
    • 16-20mm TAPSE (Tricuspid Annular Plane Systolic Excursion)

Beoordeling Subxyphoidaal


 

Beoordeling VCI collaps (vena cava inferior)

Als voorspeller voor fluid responsiveness gevalideerd in gesedeerde PC beademde patienten. Cut off is 50%.

xxx

Linker kamer dysfunctie wordt in elke view lokaal beoordeeld en in PSAX globaal beoordeeld. De functie wordt bepaald aan de hand van de de wand verdikking (normaal en verdubbeling) en aan de radiaire verkleining en aan de hand van . ..

 

  • Mild: ejectie fractie 45-55%
  • Moderate: ejectie fractie 30-44%
  • Severe: <30%

Regionale ventriculaire anatomie met bijbehorende coronaire stroomgebieden

Regionale ventriculaire anatomie met coronaire stroomgebieden

Print Friendly, PDF & Email